Wat zijn de gevolgen voor een minderheidsliteratuur als de Friese van het vrijwel ontbreken van structureel letterkundig onderzoek naar die literatuur?
Het letterkundig onderzoek naar minderheidsliteraturen als de Friese is vaak minimaal en zelden structureel. Welke gevolgen heeft dat voor die literatuur? Alleen maar negatieve? En zo ja, welke dan? Of zijn er wellicht ook positieve effecten? Zo ja, welke dan?