Waar komt biodiversiteit vandaan: wat is het aandeel van verschillende processen van soortvorming?
Hoe worden nieuwe soorten gevormd? Deze vraag is niet nieuw, maar moet op de agenda blijven. Want nog steeds hebben we er geen goed antwoord op, terwijl een beter begrip van de drijvende krachten achter biodiversiteit cruciaal is voor het behoud ervan.
Sinds Darwin’s “Origin of Species” heeft evolutionair onderzoek verschillende factoren geïdentificeerd die soortvorming kunnen stimuleren, zoals geografische isolatie, variatie in ecologische omstandigheden en selectief paringsgedrag. Tegelijkertijd kunnen stochastische processen een grote rol spelen (genetische mutatie en andere toevalligheden). De huidige revolutie in genetische technieken geeft ongekende mogelijkheden om deze factoren en processen op moleculair niveau te onderzoeken, maar interpretatie van dit soort gegevens vergt gedegen inzicht op het niveau van organisme, populatie en levensgemeenschap – het terrein van de gedragsbiologie en evolutionaire ecologie. Bijvoorbeeld: om vast te stellen of een genetische verandering daadwerkelijk bijdraagt aan soortvorming, moeten we de consequenties van die verandering kwantificeren voor het gedrag, de voortplanting en de overleving van individuen. Integratie van moleculaire genetica, gedragsbiologie en evolutionaire ecologie is ook nodig om te begrijpen hoe ‘robuust’ biodiversiteit is tegen veranderingen in de omgeving – al dan niet veroorzaakt door menselijk handelen.