Hoe verandert de genetische biodiversiteit onder invloed van de mens?

De invloed van menselijk handelen op ecosystemen wordt momenteel vooral gemeten als veranderingen in soortendiversiteit. Maar ook de genetische diversiteit binnen soorten kan een indicator zijn voor veranderingen in de natuur. Zo gingen in Nederland in de jaren vijftig tot tachtig van de vorige eeuw epifytische mossen en korstmossen, die op bomen groeien, door luchtvervuiling sterk achteruit. Er was sprake van een ‘epifytenwoestijn’. Tegenwoordig komen veel epifyten weer terug doordat de luchtkwaliteit aanmerkelijk verbeterd is, zelfs in stedelijke gebieden. Het is gemakkelijk te zien welke soorten het beter zijn gaan doen, maar is de genetische variabiliteit nu nog wel hetzelfde als voor de periode van achteruitgang? En kunnen we aan de hand van de genetische diversiteit zien waar de nieuwe of herstelde epifytenpopulaties vandaan komen, bijvoorbeeld uit nabije natuurgebieden, die dan als refugia hebben gefunctioneerd, of uit landen waar de luchtvervuiling minder ernstig is geweest? Onderzoek naar patronen van genetische diversiteit leidt niet alleen tot een beter inzicht in de ecologie van epifyten, maar kan bijvoorbeeld ook aantonen waar invasieve soorten precies vandaan komen. Daarnaast is het belangrijk om te weten welk effect de klimaatverandering heeft op de genetische diversiteit, en daarmee op het aanpassingsvermogen van soorten aan veranderende omstandigheden.