Hoe moet de universiteit er in de 21e eeuw uitzien?
Het ideaal van de universiteit als “Bildungsinstitut” staat onder druk door grote studentenaantallen, economisch nuts- en rendementsdenken, afhankelijkheid van het bedrijfsleven voor onderzoeksfinanciering en agendering door de politiek. Daarvoor in de plaats wordt steeds meer het concept van de zogenaamde derde generatie universiteit geplaatst, waarin de universiteit met het bedrijfs-leven en andere maatschappelijke organisaties in grote mate vervlochten is. Maar welke rol heeft de universiteit in de 21e eeuw eigenlijk te spelen en welke idealen en ambities zou zij moeten hebben? Bovendien is er sprake van een bestuurlijke crisis aan de universiteiten vanwege terugloop van de financiële middelen, grote publicatiedruk, geloofwaardigheidscrisis in kwaliteitsindicatoren zoals peer review en rankings, commercialisering van wetenschappelijke kennis en integriteitskwesties. Hoe moet het bestuur van de wetenschap hervormd worden? Hoe kan de spanning worden opgelost tussen enerzijds intellectuele vrijheid en onafhankelijkheid en anderzijds de verantwoordelijkheid en verplichtingen die met investeringen in wetenschappelijk onderzoek door overheden, bedrijven en andere instanties gepaard gaan? Hoe kunnen we de niet-economische waarde van ogenschijnlijke nutteloze wetenschap beter articuleren? Hoe kan een nieuw stelsel van professionaliteit van wetenschappers worden ontwikkeld in ruil voor vertrouwen van de samenleving en van financiers? Een vraag van het Disciplineoverleg Wijsbegeerte.