Hoe kunnen onverklaarde lichamelijke klachten bij kinderen tot zo min mogelijk gezondheids- en ontwikkelingsschade leiden?
Onverklaarde klachten bij kinderen komen veel voor. Elke medisch specialist voor kinderen kent ze: onverklaarde buikpijn, misselijkheid, hoofdpijn, spierpijn, moeheid, duizeligheid, ademsnood. Als een kinderarts geen oorzaak heeft gevonden voor de klachten wordt vaak, mede onder druk en bezorgdheid van de ouders, verwezen naar een academisch werkzame deelspecialist, een orgaanspecialist, bijvoorbeeld een maag/darm/lever arts voor kinderen. De eerste vraag is: als een klacht in de 2e lijn onbegrepen is, hoe vaak wordt dan in de 3e lijn (Academisch) alsnog een lichamelijke verklaring/ziekte gevonden?
Bovenstaande vraag richt zich op een nieuwe interventie voor deze groep kinderen met onverklaarde klachten. In plaats van verwijzing naar de academische deelspecialist, komt het kind bij de algemeen kinderarts die zo spoedig mogelijk op verantwoorde wijze het diagnostisch proces afsluit en ouders en kind motiveert voor een behandeling die gericht is op het verminderen van de beperkingen als gevolg van de lichamelijke klachten. Deze nieuwe interventie zou via een gerandomiseerde trial vergeleken kunnen worden met de nu gebruikelijke werkwijze. Het doel van de interventie is om tot een zo spoedig mogelijk herstel van leeftijdsadequate activiteiten te komen, zoals schoolgang en sociale participatie.