Welke gevolgen hebben maatschappelijke veranderingen als digitalisering, globalisering en grotere mondigheid van burgers voor publieke en semipublieke instellingen?
Mondigheid van burgers, digitalisering, globalisering en andere voor onze hedendaagse samenleving karakteristieke ontwikkelingen zetten klassieke vormen van organisatie, bestuur, wetgeving, handhaving en rechtspraak onder druk. Dit manifesteert zich zowel bij overheden als bij grote non-profit organisaties. Welke gevolgen hebben deze veranderingen voor het functioneren van de wezenlijke onderdelen van democratie en rechtstaat, waaronder het kiesstelsel en het primaat van de volksvertegenwoordiging? Welke alternatieve instituties voor democratie en rechtstaat kunnen worden overwogen, en hoe houden deze zich in een vergelijking met de huidige inrichting van het openbaar bestuur? Innovatieve vormen van regulering (nudging, burgerparticipatie, normen ingebouwd in de techniek) blijken soms effectievere prikkels en sturing te kunnen bieden. Hoe kunnen nieuwe mogelijkheden worden benut om de effectiviteit, legitimiteit en de maatschappelijke acceptatie van rechtsregels, wetgeving, rechtspraak en handhaving te bevorderen?
Onze maatschappij laat in de afgelopen jaren daarnaast een sterke groei van coöperatieve initiatieven zien, die in behoeften voorzien die de centrale overheid minder goed lijkt te kunnen faciliteren. Welke factoren zijn het meest van belang voor succes en falen? Welke juridische kaders zijn passend?
Deze veranderingen spelen ook bij grote non-profit organisaties zoals scholen, ziekenhuizen, coöperaties en tal van verenigingen. Hoe kunnen deze organisaties hun sociale verantwoordelijkheid nemen en een bijpassende maatschappelijke verantwoording organiseren met behoud van hun particuliere karakter?
