Kan er meer verbinding gemaakt worden tussen reguliere en complementaire zorg, uitmondend in integrale zorg, die rekening houdt met de grote diversiteit tussen patiënten?
Alternatieve ofwel complementaire geneeskunde zoals ayurveda, acupunctuur, homeopathie, voetreflexologie, orthomanuele geneeskunde, traditionele Chinese geneeskunde, maar ook paleodieet, meditatie en mindfulness, geniet toenemende populariteit; een deel van de mensen meent er baat bij te hebben terwijl anderen het kwakzalverij en bedrog vinden. Zonder voldoende onderzoek op wetenschappelijke basis weten we niet of complementaire geneeskunde een placebo-effect is of een werkelijk fysiologisch effect heeft. Het placebo-effect zelf is weliswaar bekend, maar kennis over de mechanismen en eventuele verdere toepassingen ervan is nog schaars. Deelvragen bij deze vraag zijn daarom onder andere:
- Is er wetenschappelijke onderbouwing voor de werkzaamheid van complementaire geneeskunde?
- Welke rol kan complementaire geneeskunde spelen in de gezondheidszorg?
- Zijn er naar aanleiding van de effectiviteit van placebo’s principes of mechanismen te formuleren op basis waarvan een alternatieve, wellicht partieel toepasbare, geneeskunde zonder of met minder medicijnen kan worden ontwikkeld?
Deze thematiek leeft sterk onder de burgers.
