Hoe zou het onderwijs van de toekomst eruit moeten zien?
Onderwijs dient uiteenlopende doelen. Zo moet het onderwijs vaardigheden aanleren en kennis overdragen zodat leerlingen de beste kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Tegelijk moet het onderwijs betrokken, ondernemende en kritische burgers vormen met een moreel en intellectueel kompas. En tot slot moet er ruimte zijn voor individuele ontplooiing.
Menselijk kapitaal wordt tegenwoordig beschouwd als een van de belangrijkste productiefactoren. Niet zonder reden stelde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid onlangs het onderwijs centraal in een rapport over de toekomst van het Nederlandse verdienmodel. Daarin werd bepleit dat het onderwijs zou moeten worden aangepast aan de eisen van de 21ste eeuw. Hoe dat het beste kan gebeuren, is echter allerminst evident.
De samenleving van de toekomst vraagt om allerhande nieuwe vaardigheden, waarvan nog niet de minste is de vaardigheid om zich blijvend aan te passen en te ontwikkelen. Globalisering vereist dat burgers kunnen omgaan met grote taal-, culturele en religieuze verschillen.
Hoe kan het onderwijs bijdragen aan de ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden, in het bijzonder burgerschapsvaardigheden? Met welke nieuwe methoden kunnen bestaande vaardigheden zoals taal- en culturele vaardigheden worden verbeterd? Wat zijn de effecten van reeds geïmplementeerde innovaties? Hoe kan het onderwijs inspelen op toenemende diversiteit in culturele achtergronden van leerlingen en studenten en in hun behoefte aan individuele begeleiding, bijvoorbeeld in het kader van passend onderwijs)?
