Hoe meet en modelleer je de wisselwerking tussen ijs, atmosfeer en oceaan, zodat de zeespiegelstijging betrouwbaar voorspeld kan worden?
De klimaatrapporten zijn het er over eens dat de zeespiegel stijgt, maar de voorspellingen hoevéél hij deze eeuw zal stijgen lopen ver uiteen. Voorzichtige schattingen komen uit op een stijging van een millimeter per jaar, maar een stijging van een meter of zelfs meer aan het eind van de eeuw is niet ondenkbaar. Een grote onzekere factor in deze voorspellingen is de omvang van het landijs op Groenland. Een relatief klein verlies van één procent aan ijsmassa zou al een zeespiegelstijging van zes centimeter veroorzaken, dus kleine onzekerheden hebben grote gevolgen. In het verleden gingen onderzoekers bij klimaatmodellen uit van deeloplossingen, door zich te specialiseren in de werking van de atmosfeer, of de oceaan, of de ijskappen. Maar het klimaatsysteem functioneert niet als een groep losse compartimenten: in werkelijkheid is er voortdurend interactie tussen processen op allerlei tijd- en ruimteschalen. Klimaatgevoeligheid is een resultante van terugkoppelingen tussen land, atmosfeer, oceaan, zee-ijs en landijs. Hoe bouw je een modelsysteem dat het toekomstige opwarmen van de atmosfeer, het smelten van landijs en het stijgen van de mondiale zeespiegel tegelijk en in samenhang kan voorspellen?
