Hoe komen we aan een betere diagnostiek, betere behandelingen en betere vaccins voor afweerstoornissen en infectieziekten?
Voorkomen is beter dan genezen, dat geldt zeker voor infectieziekten. Deze vraag gaat zowel in op het vaststellen van de aard van een infectieziekte als op de behandeling ervan. Hoe ingewikkeld is de diagnostiek van infectieziekten en welke rollen spelen huisarts en specialist hierbij? Vaccinatie is een uiterst effectieve manier om infectieziekten te voorkomen. Met vaccins hebben we grote en ernstige epidemieën bedwongen zoals de pokken, cholera en difterie. Toch is er nog steeds veel onderzoek nodig naar ziekten waar nog niet tegen kan worden gevaccineerd. Denk aan HIV, malaria, tuberculose of hepatitis C. Daarnaast blijkt de laatste jaren steeds vaker dat ook andere aandoeningen dan infectieziekten behandeld of voorkomen kunnen worden door vaccinatie. Zo lijken vaccins op termijn van nut te kunnen zijn bij gepersonaliseerde behandelingen van kankerpatiënten. Een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen is zelfs al in gebruik. Ook wordt er gespeculeerd dat vaccinatie kan helpen tegen een rookverslaving, diabetes of dementie. Bij ernstige auto-immuunziekten wordt soms autologe stamceltransplantatie toegepast. Op dat gebied moet nog veel onderzoek gedaan worden.
